Rondreis Tasmanië

21 februari 2015 - Launceston, Australië

Zondagavond heb ik niet heel veel meer gedaan. Ik ben samen met Paula naar de supermarkt gelopen en de rest van de avond in het hostel zitten kletsen. Ik ben op tijd naar mijn kamer gegaan, even wat tijd voor mezelf en eindelijk weer een nacht goed slapen.

Maandagochtend ben ik naar de bank geweest en daarna met Paula naar het information centre geweest. We hebben daar informatie gevraagd over het huren van een auto en folders bekeken over Tasmanië. Daarna zijn we zelf naar een aantal auto verhuur bedrijven gelopen. Om te zien wat zij te zeggen hadden. Tijdens het rondlopen hebben we ook genoten van het uitzicht, want wat is het mooi hier. De rivier die midden door het dorp loopt en de vele bootjes die daar liggen. Het weer was ook heerlijk, een zonnetje maar niet te warm. Smiddags hebben we nog een rondje door het dorp gelopen, winkeltjes kijken. Maar we waren er snel doorheen, zoveel winkels waren er niet. Savonds heerlijk in het hostel zitten kletsen, nou ja vooral luisteren. Er zat een man in het hostel die volgensmij bijna de hele wereld heeft gezien, wat een mooie verhalen had hij te vertellen. Rond half negen kregen we telefoon van het auto verhuur bedrijf. Dat was de goedkoopste, maar hij wist smiddags nog niet hoelaat we de auto konden krijgen. Hij belde dat het dinsdag begin van de middag zou zijn. Perfect. Ik heb savonds ook mijn tas ingepakt, had er in die ene dag dat ik er was een mooie puinhoop van gemaakt.

Dinsdagochtend hebben Paula en ik eerst uitgecheckt uit het hostel. Daarna zijn we naar de supermarkt gelopen, boodschappen gedaan voor de trip. Daarna was het wachten tot we de auto kregen. Omdat we nog een parkenpas moesten kopen hebben we dat in die tijd maar gedaan. Na wachten, auto controleren, tekenen en betalen was de auto rond een uur van ons. Vrijheid. Gaan en staan waar we willen (op het eiland dan). We zijn direct naar Cradle Mountain gereden. Onderweg de nodige keren gestopt om te genieten van het geweldig mooie uitzicht. We zijn nog door 'Paradijs' gereden, weten we ook gelijk waar dat is. De weg is leuk om te rijden. Omhoog en omlaag en ontzettend veel bochten. Meeste stukken mag je 100, maar ik ga niet harder dan max 60. Sommige bochten zijn zo scherp, advies snelheid is 15. Ik vind het leuk om in Tasmanië te rijden. Paula heeft geen rijbewijs, dus ik mag/moet alles rijden. Leuk rijden, maar omdat je echt goed op de weg moet letten kan ik minder van de omgeving genieten, dat is dan weer minder. Maar is niet anders.
Aangekomen bij het information centre aan het begin van Cradle Mountain National Park hebben we gekeken wat tot de mogelijkheden behoord. Gezien de tijd, laat in de middag dat we daar waren, konden we de wandeling die we graag wilden doen niet meer doen.
We zijn naar het caravan park gelopen en gevraagd of daar nog een plekje voor ons was. Daar onze tent opgezet en voor een kortere wandeling gegaan. Korter betekend niet 'niet zo mooi'. Wat is het ontzettend prachtig hier. We hadden gekozen voor de wandeling waarbij we twee watervallen zouden zien. Toen we door het bos daarheen liepen had ik het idee in een sprookjesbos te lopen. Of op een filmset, na de bocht loop ik de set af en sta weer in de gewone wereld. Ik kan niet beschrijven hoe mooi het is, ik geloof zelf haast niet dat het echt is. De eerste waterval keken we tegenaan, wat erg mooi was. De tweede waterval stonden we boven de val. Leuk om een hele andere kijk op een waterval te hebben als anders. Was erg gaaf om te zien. Op de terug weg van de watervallen naar de tent hebben we een paar walibi's en wombats gezien. Beide van vrij dichtbij. Toen we terug aan het lopen waren stopte er een auto, twee jongens vroegen of we een lift wilde. Terug bij de tent hebben we onze spullen gepakt en zijn naar de keuken gelopen. Eten gekookt, gegeten en heerlijk daar gezeten. Als we in het donker over de camping liepen kwam je elke keer wel een beestje tegen. Een wombat of een walibi, soms springen ze ineens uit het niets tevoorschijn.

Woensdag hebben we de tent weer opgebroken, spullen ingepakt en genoten van een douche. Om tien uur checkten we uit en zijn we naar het information centre gereden. Daar hebben we eerst de spullen die we mee zouden nemen ingepakt. Genoeg om te overleven, maar niet teveel want we moeten alles tillen. We mochten met de auto het park niet meer op, het park was al vol. Dus hebben we kaartjes gehaald voor de shuttle bus. Die bracht ons naar het Dove Lake. Daar begon onze wandeling, een wandeling van zes uur (was ons verteld). We hebben over een paar bergen gelopen. Omhoog en omlaag, klimmen met handen en voeten. Best wel zwaar soms als je tien kilo op je rug hebt. Onderweg de mooiste uitzichten, omdat we nog liepen en over bergtoppen heen klommen hadden we ook verschillende uitzichten. Meren en bergen. Echt ontzettend mooi en indrukwekkend. Maar ook kleiner en dichterbij is het prachtig. Mooie bomen, beekjes, planten en veel meer. Ik heb weer hetzelfde gevoel als ik had in de eerste weken in Australië: 'wanneer word ik wakker uit deze droom'. Het is hier zo onwerkelijk mooi, dat ik bijna niet kan geloven dat het echt is.
Rond vier uur kwamen we aan in de Scott Kilvert Hut. Een hut in de middle of nowhere waar we gratis mogen slapen. Heel simpel, maar geweldig! Geen stromend water, niks om te koken, wc is een gat in de grond, maar het is een overdekte plek om onze slaapzak neer te leggen. We hebben onze spullen neergezet, eindelijk bestemming bereikt. Ik ben het pad (zonder bagage) nog een stukje verder gevolgd, hopend op een mooi uitzicht. Dat heb ik niet gezien, het liep steeds verder en dieper het bos in. Wel heb ik van heel dichtbij een walibi gezien, blijft mooi als die weg springen. In de hut was één ander koppel. Heel gezellig, maaral snel werd dat aangevuld. Uiteindelijk hebben we er met hen personen geslapen.

De volgende ochtend hebben we rustig aan ontbeten en onze spullen gepakt. We zijn langs een andere route, wat iets langer lopen was, terug gelopen. Ik dacht dat we woensdag al een mooi uitzicht hadden, maar donderdag was haast nog mooier. We moesten daarvoor eerst wel flink klimmen. Verticaal haast soms. Na een pittige wandeling, met onderweg leuke gesprekken met tegenliggers, waren we rond lunchtijd terug bij de auto. Vanaf daar zijn we naar Mole Creek gereden. Onderweg weer heerlijk rustig aan gedaan, gestopt bij lookouts en genoten van de omgeving. Want wat is het hier toch prachtig. Daar hebben we op een veldje achter een bar gratis overnacht. Stukje verderop was een openbaar zwembad met een bbq. Daar hebben we ons de hele avond prima vermaakt, met het gezin wat daar ook was.

Vrijdagochtend hebben we bij het zwembad ontbeten. Het zwembad zelf was nog dicht. Na wat nnavraag wisten we waar de sleutel was. We hebben de sleutel gekregen en konden douchen daar. Beetje jammer dat het warme water het niet deed. Na de sleutel weer terug gebracht te hebben zijn we op weg gegaan. We wilden naar de kust, omdat daar de meeste dingen te zien en te doen zijn. Dagje veel rijden dus, maar ook genieten onderweg natuurlijk. We zijn gestopt bij een shopping mall, gewoon om even rond te kijken. Kom ik in de supermarkt een schap van 'Dutch Company' tegen. Stroopwafels, drop, hagelslag en meer. Wat is dat toch lekker zeg, een stroopwafel na dat zoveel maanden te hebben gemist. Onderweg als we ergens stoppen heb ik de meest interessante gesprekken met lokale bewoners. Vrijdag op een prachtig uitkijkpunt een gesprek gehad over de wereldbevolking van nu en oorlogen enzo. Heel interessant om te horen hoe Australiërs over dingen denken.
We hebben een gratis overnachtingsplek gevonden in Derby, een klein plaatje. Één straat met een paar winkeltjes en huizen. Na het opzetten van de tent hebben we door die straat gelopen. Leuk eens zo'n dorpje te zien, heel anders dan de dorpjes op het main land. Savonds op de camping hebben we plannen gemaakt voor de komende dagen. Meer doen en zien en minder rijden is ons doel. Maar we zijn bijna bij de kust dus dat moet wel lukken.

Toen we zaterdag wakker werden regende het heel hard. Beetje jammer, we hadden leuke wandelingen uitgezocht. We hebben zo snel als we konden te tent in de auto gelegd. Netjes ingepakt hebben we niet gedaan, dat zou later (des noods savonds) als het droog is wel komen. We zijn gaan rijden, maar onderweg ging het nog harder regenen. De eerste wandeling die we wilden doen zijn we voorbij gereden, het regende gewoon echt te hard. Stukje verderop zagen we een 'shop in the bush'. Daar hebben we binnen gekeken, dat was tenminste droog. Bleek een super leuk winkeltje te zijn met allemaal oude spullen, souvenirs, boeken en veel meer. Aan degene die daar werkte hebben we gevraagd wat er overdekt te doen is in de omgeving. In St Helens moest wel het een en ander te doen zijn. Dat was een klein stukje rijden, dat hebben we dus gedaan. Er bleek een leuke overdekte markt te zijn. Ook vonden we een wasserij, heerlijk om weer schone kleren te hebben.
Inmiddels was het droog, maar nog wel flink bewolkt, en zijn we naar Bay Of Fires gereden. Prachtig strand, maar door de bewolking een stuk minder helaas. We hebben gekozen voor een korte wandeling. We wilden toch niet riskeren helemaal nat te regenen bij een lange wandeling. Na de wandeling, en een mooie autorit langs het strand zijn we naar Freycinet National Park gereden. Vlakbij de ingang was een gratis camping, ideaal voor de volgende dag. Hoeven we in de ochtend niet zo ver te rijden. Na het opzetten van de tent hebben we een strand wandeling gemaakt. Een mooi, rustig, lang strand. Hebben we toch nog een beetje dosis wandelen voor die dag gehad.

Zondag hebben we de tent op de camping laten staan. Geen idee hoeveel tijd we zouden besteden in Freycinet National Park, evt zouden we er nog een nacht willen slapen. We zijn eerst naar het information centre gegaan om een plattegrond van het park te halen. We besloten een wandeling van ongeveer vijf uur te doen. Het begon met een flinke klim naar een lookout. Halverwege de klim werd het voor Paula al teveel. Zij is terug naar beneden gegaan en ik ben alleen verder gaan lopen. Een prachtige wandeling met mooie uitzichten, door het bos, zien van wilde dieren, over het strand. Het was een mooie wandeling en ik heb er mijn tijd voor genomen. Rond lunchtijd was ik terug bij de auto. Samen zijn we naar Sleepy Beach gereden en daar de wandeling gedaan. De beach was alles behalve sleepy. De golven sloegen hard tegen de rotsen aan. Heerlijk om daar op een plekje te zitten en te genieten van de geluiden van het water. Het was nog steeds erg bewolkt, dus zitten in het zonnetje ging niet.
Omdat we nog steeds een hoop daglicht hadden en niet echt langer wilden blijven hangen op het strand besloten we de tent op te breken en naar de volgende plek te rijden. We hebben in Triabunna onze tent opgezet en hebben navraag gedaan naar de boot richting Maria Island National Park. De boot voor de volgende dag hebben we ter plekke gelijk geboekt. Terug bij de tent hoorden we dat we daar niet mochten staan. Tent weer opgebroken en op een andere plek opgezet. Inmiddels zijn we daar heel snel in. Vanaf de free camping zijn we naar de openbare bbq gelopen om eten te koken. Na daar een avondje te hebben gezeten ben ik in de auto gaan zitten. Uit de wind. Koud is het niet, maar na een tijd word het toch wel vervelend. In de auto even heerlijk met mama gebeld, voelt dan helemaal niet alsof ik heel ver weg ben.
Snachts heb ik gelijk geslapen. Het heeft ontzettend hard gewaaid, maar gelukkig niet geregend.

Maandagochtend werden we op dezelfde plek wakker als waar we de tent hadden opgezet, we waren dus niet weg gewaaid. Om kwart over negen moesten we bij de boot zijn, alle tijd om rustig spullen te pakken en tent op te breken. Ruim op tijd waren we bij de boot, een klein bootje voor een half uur durende overtocht. Wij zijn bovenop de boot gaan zitten, niet beneden binnen. Na wat veiligheidsinstructies vertrokken we. Op open water kon je nauwelijks staan of lopen, zo erg werd de boot door de golven heen en weer geschud. En doordat we een behoorlijke snelheid hadden stond er een flink stevige wind. Na een half uurtje kwamen we op het eiland aan. Daar kregen we de plattegrond van het eiland met de wandelingen die er zijn. Wij kozen voor twee kortere wandelingen. Eerst langs de kustlijn omhoog, waardoor het uitzicht steeds mooier en mooier werd. Ik blijf het indrukwekkend vinden om te zien en te horen hoe de golven met enorme kracht tegen de rotsen aan slaan. De wandeling bracht ons bij het dorpje Darlington. Nou ja, dorpje. Er woont nu niemand meer op het eiland, maar dat is lange tijd wel het geval geweest. Gaaf om even in die oude huizen rond te kijken. Raak ik, in een huis, met een man aan de praat die in dat huis opgegroeid is. Vanaf daar zijn we naar de Painted Cliffs gelopen. Onderweg komen we zowaar een slang tegen. Ik achteraan om hem op de foto te zetten, wat helaas niet lukte. De Painted Cliffs waren prachtig. Rotsen die allerlei verschillende kleuren hebben. Daar heb ik een plekje in de schaduw opgezocht en rustig genoten van mijn lunch. Heerlijk! Daarna heb ik rondgekeken bij de Painted Cliffs. Wat bijzonder om al die verschillende kleuren te zien. Het lijkt bijna onwerkelijk, zo mooi is het. Rond twee uur zijn we rustig terug gelopen naar de boot, daar moesten we om vier uur zijn. We waren ongeveer een half uurtje te vroeg. Omdat het zonnetje lekker scheen zijn we met onze voeten in het water gaan zitten. Ook de terug weg zijn we weer bovenop de boot gaan zitten. Heerlijk de wind en het uitzicht. We hebben gevraagd wat voor slang we hadden gezien. Een tigersnake. Is die gevaarlijk? 'If you get bitten, we have to call straight away the helicopter. Or you won't survive.' Fijn om te weten. Gelukkig maar dat zij banger zijn voor mij dan ik voor hen.
Van de boot af zijn we in de auto gestapt en naar een goedkope camping gereden. Een goedkope dit keer omdat op de gratis campings vaak geen wc's zijn en al helemaal geen douches. Na een paar dagen wilden we toch wel graag onszelf heerlijk opfrissen. We kwamen aan op een veldje naast het water waar we een prachtig uitzicht hadden op zonsondergang. Bij een blik op het toiletgebouw dacht ik 'als dat maar niet in elkaar valt als ik net onder de douche sta'. Niets bleek minder waar, binnen leek alles uit een vijf sterren hotel te zijn gejat. Super mooi, super netjes, het zag er heel erg goed uit. Daar hebben we heerlijk gedoucht en tijdens het eten zonsondergang gekeken. Prachtig!
Snachts ben ik nog even uit de tent gekropen om naar de sterren te kijken. Geen ander licht om me heen en een heldere hemel. Nog mooier dan zonsondergang, vooral omdat de melkweg heel duidelijk te zien is.

Dinsdagochtend zijn we naar Port Arthur gereden. Een historisch plaatsje. Paula is erg geïnteresseerd in geschiedenis, ik totaal niet. Zij ging daar de toer doen, ik ben alleen naar Tasman National Park gegaan. Eerst bij de Remarkable Cave wezen kijken. Eentje met twee ingangen, wat bijzonder schijnt te zijn. Daarna ben ik een walking track van ongeveer vier uur gaan lopen. Had veel sneller gekund, maar ik heb op verschillende plekken heerlijk een tijd genoten van de rust. Ben vijf uur onderweg geweest en helemaal niemand tegen gekomen. Er waren geen andere dingen te horen dan alleen geluid uit de natuur. Tussen vijf en zes had ik net Paula afgesproken, we zouden elkaar weer zien waar ik haar had afgezet. Vanaf daar zijn we richting een gratis camping gereden. Onderweg nog een keer gestopt voor boodschappen. Toen we aankwamen bleek dat er geen tenten mogen staan. Omdat het al haast donker was zijn we naar de dichtstbijzijnde camping gegaan en daar geslapen.

Woensdag moesten we ongeveer kwartiertje rijden naar de auto ferry. De ferry naar Bruny Island. Omdat er maar één ferry was moesten we daar even wachten, gelukkig niet te lang. De ferry was met kwartiertje naar de overkant gevaren. Toen waren we echt op Bruny Island. Het rijden daar was gelijk al mooi. Halverwege het eiland heb je een dunne strook, waar alleen een weg loopt en een lookout is. Die lookout hebben we beklommen, 238 traptreden om precies te zijn. Maar wat een prachtig uitzicht. Twee ronde stranden met een weg ertussen. Paar minuten rijden verderop had je een camping, daar hebben we de tent opgezet, gedaan is maar gedaan. We hadden twee walking tracks uitgezocht die we wilden lopen. De weg daarheen was echt zo mooi dat we een paar keer eerder al zijn gestopt. Op een prachtig strand hebben we een tijdje rondgelopen en gezeten. Doordat de zon scheen was het water zo mooi blauw en helder. Toen we langs de chocolate factory reden zijn we omgekeerd, dat moesten we even zien. Stukje chocola geproefd, echte handgemaakte chocolade. We zijn Willie Wonka niet tegen gekomen, maar het was een geslaagde stop. Uiteindelijk zijn we bij het begin van de walking track aangekomen. Een leuke klim door het bos. Maar toen we eindelijk boven waren stonden we bovenop cliffs. Een geweldig mooi uitzicht. Had ik eerder gezegd dat het mooi was? Dit was mooier, zonder twijfel! Paula wilde al snel verder lopen, maar ik bleef zitten. Even alles rustig op me in laten werken. Het mooie blauwe water die, door een bescheiden lijn, over gaat in een heldere blauwe lucht met een paar witte wolken. In de verte is een boot te zien, de vogels, een klein eilandje verderop. Het geluid van de golven, de frisse lucht en de wind. Geweldig gewoon, niet te beschrijven en niet op foto vast te leggen. Op de weg naar beneden bleven we langs de waterlijn lopen. Steeds lager en na een poosje gingen we een hoek om. Vanaf daar konden we heel mooi zien waar we eerder gestaan hadden. Zo hoog en een hele steile afgrond. Toen we terug waren bij de auto hebben we een stukje gereden om van de omgeving te genieten. Bij een gratis bbq zijn we gestopt voor ons avond eten, daar hebben we de rest van de avond gezeten. Zicht op het strand, uit de wind, heerlijk!

Donderdagochtend had ik de wekker gezet om vanaf de lookout zonsopgang te kunnen kijken. Het was heel erg bewolkt toen ik wakker werd en ben dus niet gegaan. Ben nog even verder gaan slapen. Donderdagochtend hebben we het noordelijke gedeelte van het eiland verkend. Een wandeling naar en over het strand. Wederom prachtig! Ergens op een zandduin ben ik een tijd blijven zitten, genieten van alles. Van de geluiden uit de natuur, de rust, het uitzicht. Ook was er een kaasfabriek op het eiland. Daar konden we kaas proeven en zien hoe dat gemaakt word. Mooi om te zien, blijkt nog best zwaar werk te zijn. Toen we uitgekeken en uitgegeten waren zijn we richting de ferry gereden. Die was op dat moment op weg naar de overkant, we moesten wachten dus. Alle tijd om lekker te lunchen.
Eenmaal aan de overkant zijn we richting de camping gereden waar we wilden overnachten. Na wat gezoek hadden we het uiteindelijk toch gevonden. Tent opgezet en we wilden naar Hobart, naar de bibliotheek. Een uurtje gratis gebruik van de computer. We zaten op een camping tussen Hobart en Kingston in. Toen we van de camping af reden heb ik het bordje Hobart gevolgd. Om uit te komen in Kingston. Wat er gebeurd isof waar het mis ging snap ik nog steeds niet. Dan maar in Kingston de bibliotheek opzoeken. Paula riep vaak dat het in Tasmanië zo kijkt op Chili. Ik zei daarop elke keer dat het in geen geval lijkt op Nederland. Op internet hebben we foto's opgezocht van Nederland en Chili. Na het zien van de foto's, plat landschap, fietsen stalling, duinen, kon ze begrijpen dat alles voor mij bijzonder is hier. We hebben in Kingston gegeten en zijn daarna terug gegaan naar de camping. Paula is gelijk onder de douche gesprongen, ik heb ondertussen de auto wat opgeruimd. Wat hard nodig was. Flink wat weg gegooid, losse spullen in de tas gestopt. Toen Paula terug was ben ik onder de douche gesprongen om daarna heerlijk de tent in te kruipen.

Vrijdag, onze laatste hele dag. We zijn eerst naar het information centre in Hobart gereden. Ik wilde graag Mount Wellington beklimmen, maar Paula wilde de stad zelf bekijken. Zij heeft daar gekeken wat ze kon doen en ik hoefde haar niet ergens anders af te zetten. Ik ben alleen naar Mount Wellington gereden. De wandeling begon met een mooi uitzicht. Ik was namelijk met de auto al een heel stuk geklommen. De wandeling zou mij in ongeveer anderhalf uur naar de top brengen. Het begin was goed te doen, maar al snel werd het vrij pittig. Ook jammer dat het uitzicht verdween? De wolken hingen erg laag. Onderweg aan tegenliggers gevraagd, maar zij zeiden dat op de top het uitzicht prachtig was. Je was dan boven de wolken. Toch door klimmen dan maar met de belofte dat het mooier word. Het laatste stuk was goed te doen, er waren zelfs walibi's aan het rondspringen. Het uitzicht was er niet beter op geworden, het grootste gedeelte wat ik kon zien was wit. Geen uitzicht over Hobart dus, wat dan wel een beetje jammer is. Terug naar beneden dus, wat gelukkig heel wat lichter dan omhoog gaan is.
Terug bij de auto ben ik naar het information centre gereden om Paula weer op te pikken. Samen zijn we rustig aan richtin Launceston gereden. Onderweg in een klein plaatsje gestopt om te tanken en boodschappen te doen. Bij Oatlands vonden we, op een leuke plek, een gratis bbq. Daar zijn we gestopt om avond te eten, broodje hamburger. Heerlijk! Vlees is hier in Australië, vergeleken met Nederland, duur. Ik eet het dus veel minder, maar als ik het eet geniet ik dubbel. Na wat verder kijken vond ik, ergens tussen de bomen, een plekje uit de wind voor de tent. Geen gratis camping dit keer, maar gewoon langs de berm.

Zaterdagochtend vertrokken we rond acht uur, voor de laatste 150 kilometer naar Launceston. Daar moesten we om twaalf uur de auto inleveren. Moest makkelijk lukken dus. In Launceston zijn we naar een hostel gereden, daar heb ik ingecheckt en daar konden we onze grote backpacks laten. We zijn naar de airport gereden en hebben op de parkeerplaats de auto achter gelaten. Toen we zaten te wachten werden we door iemand gevraagd om de tent taxi te delen, daardoor ook de kosten. Het zou nog een uur duren voordat de bus kwam en taxi was dezelfde prijs, waarom niet dus. We zijn voor het hostel afgezet. Na even gezeten te hebben zijn we de stad gaan verkennen. Ik ben echter al vrij snel terug gegaan naar het hostel om de was te doen. Ik heb de komende dagen ook nog om rond te lopen.
Op dit moment zit ik met Paula op haar bus naar Devenport te wachten. Na twee weken samen te hebben gereisd weer afscheid nemen. Zij gaat terug naar Melbourne en ik ga bedenken wat ik nu wil gaan doen. Iemand ideeën of suggesties.....

Foto’s